Zelfrijdend vervoer verandert mobiliteit ingrijpend
De verwachtingen van geautomatiseerd rijden zijn hooggespannen. De technologie is er 95 procent klaar voor, stelt prof. Dariu Gavrila aan de TU Delft. De wetenschappelijke uitdagingen liggen vooral in het complexe stadsverkeer en in het omgaan met fietsers en voetgangers.
‘Er vallen wereldwijd ongeveer 1,2 miljoen verkeersdoden per jaar. Meer dan 90 procent hiervan is terug te voeren op een fout van de bestuurder. Deze fouten kunnen door de introductie van zelfrijdende voertuigen worden voorkomen’ stelt prof. Dariu Gavrila van de Delftse faculteit 3mE in zijn intreerede. ‘Daarnaast kun je de tijd die je nu nog gebruikt om de auto te besturen straks beter benutten om productief te zijn, te communiceren, of om juist te ontspannen. Zelfrijdende voertuigen die gedeeld worden, kunnen tevens leiden tot een hogere verkeersefficiëntie met minder voertuigen. Daardoor kan de ruimte die nu nog wordt gebruikt voor parkeren, hergebruikt worden om de stad leefbaarder te maken.’
De technologie voor zelfrijdende voertuigen is er 95 procent klaar voor, stelt Gavrila (die voorheen 20 jaar werkzaam was bij Daimler R&D, de maker van Mercedes-Benz). ‘Die laatste paar procenten zijn, zoals zo vaak, het lastigste om te realiseren. Het snelweg-scenario is wetenschappelijk gezien grotendeels opgelost - de eerste zelfrijdende auto’s (met nog beperkte functionaliteit) zijn op de markt. Maar verkeer in de stad is een ander verhaal. Dat scenario is veel complexer door kruisend verkeer, minder duidelijke straatmarkering, de vele verkeersborden en signalen, en de nabijheid van andere weggebruikers zoals fietsers en voetgangers.'
Waar het huidige zelfrijdende voertuig nog moeite mee heeft, is de interactie met de (niet zelfrijdende) weggebruikers. Het voertuig moet kunnen anticiperen: de intentie van een andere weggebruiker vroegtijdig herkennen , om daarop te kunnen reageren. Anders moet er overmatig voorzichtig gereden worden. ‘Je zou in principe nu al een zelfrijdende auto zonder bestuurder Amsterdam in kunnen sturen, maar dan laat je die 5 km per uur rijden en overal voor stoppen,’ stelt Gavrila. ‘Dat is geen rijstijl zijn die sociaal acceptabel zou zijn.’
Technieken die met behulp van big data automatisch leren hoe weggebruikers eruit zien en hoe ze zich doorgaans gedragen, kunnen helpen de verkeerssituatie beter in te schatten. Andersom moet het zelfrijdende voertuig ook zijn intentie aan de omgeving laten zien op een voor de andere weggebruikers begrijpelijke manier. Het zelfrijdende voertuig moet zich tenslotte op een comfortabele manier voor de inzittenden voortbewegen. ‘Dit zijn precies de vraagstukken waarmee onze nieuwe Intelligent Vehicles onderzoeksgroep aan de TU Delft zich bezighoudt,’ aldus Gavrila.
‘Er vallen wereldwijd ongeveer 1,2 miljoen verkeersdoden per jaar. Meer dan 90 procent hiervan is terug te voeren op een fout van de bestuurder. Deze fouten kunnen door de introductie van zelfrijdende voertuigen worden voorkomen’ stelt prof. Dariu Gavrila van de Delftse faculteit 3mE in zijn intreerede. ‘Daarnaast kun je de tijd die je nu nog gebruikt om de auto te besturen straks beter benutten om productief te zijn, te communiceren, of om juist te ontspannen. Zelfrijdende voertuigen die gedeeld worden, kunnen tevens leiden tot een hogere verkeersefficiëntie met minder voertuigen. Daardoor kan de ruimte die nu nog wordt gebruikt voor parkeren, hergebruikt worden om de stad leefbaarder te maken.’
De technologie voor zelfrijdende voertuigen is er 95 procent klaar voor, stelt Gavrila (die voorheen 20 jaar werkzaam was bij Daimler R&D, de maker van Mercedes-Benz). ‘Die laatste paar procenten zijn, zoals zo vaak, het lastigste om te realiseren. Het snelweg-scenario is wetenschappelijk gezien grotendeels opgelost - de eerste zelfrijdende auto’s (met nog beperkte functionaliteit) zijn op de markt. Maar verkeer in de stad is een ander verhaal. Dat scenario is veel complexer door kruisend verkeer, minder duidelijke straatmarkering, de vele verkeersborden en signalen, en de nabijheid van andere weggebruikers zoals fietsers en voetgangers.'
Waar het huidige zelfrijdende voertuig nog moeite mee heeft, is de interactie met de (niet zelfrijdende) weggebruikers. Het voertuig moet kunnen anticiperen: de intentie van een andere weggebruiker vroegtijdig herkennen , om daarop te kunnen reageren. Anders moet er overmatig voorzichtig gereden worden. ‘Je zou in principe nu al een zelfrijdende auto zonder bestuurder Amsterdam in kunnen sturen, maar dan laat je die 5 km per uur rijden en overal voor stoppen,’ stelt Gavrila. ‘Dat is geen rijstijl zijn die sociaal acceptabel zou zijn.’
Technieken die met behulp van big data automatisch leren hoe weggebruikers eruit zien en hoe ze zich doorgaans gedragen, kunnen helpen de verkeerssituatie beter in te schatten. Andersom moet het zelfrijdende voertuig ook zijn intentie aan de omgeving laten zien op een voor de andere weggebruikers begrijpelijke manier. Het zelfrijdende voertuig moet zich tenslotte op een comfortabele manier voor de inzittenden voortbewegen. ‘Dit zijn precies de vraagstukken waarmee onze nieuwe Intelligent Vehicles onderzoeksgroep aan de TU Delft zich bezighoudt,’ aldus Gavrila.
Geen opmerkingen: