Wens consument en ontwikkeling techniek cruciaal voor toekomst met zelfrijdende auto
Zelfrijdende auto’s kunnen onze maatschappij ingrijpend veranderen. Of dat gebeurt hangt af van hoeveel de auto daadwerkelijk zelf kan maar ook van wat de consument wil. Worden auto’s een tweede luxe huiskamer of blijft een bestuurder noodzakelijk? Ook de deeleconomie is van invloed. Als veel mensen zelfrijdende voertuigen en ritten gaan delen verandert dit het verkeer- en vervoersysteem radicaal.
Dit zijn een aantal conclusies uit het rapport “Chauffeurs aan het stuur?- Zelfrijdende voertuigen en het verkeer en vervoersysteem van de toekomst” van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM). In dit rapport worden vier scenario’s voor een toekomstig verkeer- en vervoersysteem met zelfrijdende auto’s beschreven. Deze beelden verschillen van elkaar op het vlak van techniek en acceptatie (oftewel hoe ‘automatisch’ wordt de zelfrijdende auto?) en in de mate waarin consumenten willen delen (van autobezit en van ritten).
De beelden maken duidelijk dat volledig automatisch rijden niet vanzelfsprekend is. In twee van de scenario’s wordt dat stadium helemaal niet bereikt. Hierin houden mensen in de stad hun handen aan het stuur. Alleen op de snelweg kan de auto de rijtaken helemaal zelf overnemen. Daarnaast laat het rapport zien dat de mate waarin mensen voertuigen maar ook ritten gaan delen veel verschil maakt voor hoe de samenleving eruit gaat zien. Als de auto overal zelfstandig kan rijden en mensen blijven hechten aan privébezit dan staan de straten vol met dit soort auto’s van verschillende merken. Als de technologie zo ver doorzet is het ook denkbaar dat mensen voor iedere rit een auto laten voorrijden. Deze deelauto’s zijn in het bezit van grote bedrijven, die hun voertuigen parkeren aan de rand van de stad. Dat verandert het straatbeeld aanzienlijk.
Sommige ontwikkelingen lijken misschien ver weg. Tegelijkertijd raken ze aan vragen van vandaag en morgen. Zo neemt de wegcapaciteit mogelijk toe, omdat zelfrijdende auto’s dichter op elkaar kunnen rijden. Dat zou dan gunstig zijn voor de files. Maar tegelijkertijd wordt het reizen ook makkelijker, waardoor het aantal ritjes en dus ook de behoefte aan wegcapaciteit juist kan toenemen. Als de deeleconomie een vlucht neemt en mensen ritjes en voertuigen gaan delen, dan zijn er veel minder zelfrijdende auto’s nodig. Deze gaan dan per auto veel meer kilometers maken. In sommige scenario’s verdwijnt het traditionele openbaar vervoer, afgezien van een aantal intercity- en metrolijnen, grotendeels. Auto en openbaar vervoer zijn daar samengesmolten. Vooral in de stad reis je met people movers van deur tot deur.
Naast deze effecten, besteedt het rapport ruim aandacht aan de invloed die zelfrijdende auto’s kunnen hebben op de ruimtelijke inrichting, sociale inclusie, de verkeersveiligheid, leefbaarheid en op de economie.
Dit zijn een aantal conclusies uit het rapport “Chauffeurs aan het stuur?- Zelfrijdende voertuigen en het verkeer en vervoersysteem van de toekomst” van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM). In dit rapport worden vier scenario’s voor een toekomstig verkeer- en vervoersysteem met zelfrijdende auto’s beschreven. Deze beelden verschillen van elkaar op het vlak van techniek en acceptatie (oftewel hoe ‘automatisch’ wordt de zelfrijdende auto?) en in de mate waarin consumenten willen delen (van autobezit en van ritten).
De beelden maken duidelijk dat volledig automatisch rijden niet vanzelfsprekend is. In twee van de scenario’s wordt dat stadium helemaal niet bereikt. Hierin houden mensen in de stad hun handen aan het stuur. Alleen op de snelweg kan de auto de rijtaken helemaal zelf overnemen. Daarnaast laat het rapport zien dat de mate waarin mensen voertuigen maar ook ritten gaan delen veel verschil maakt voor hoe de samenleving eruit gaat zien. Als de auto overal zelfstandig kan rijden en mensen blijven hechten aan privébezit dan staan de straten vol met dit soort auto’s van verschillende merken. Als de technologie zo ver doorzet is het ook denkbaar dat mensen voor iedere rit een auto laten voorrijden. Deze deelauto’s zijn in het bezit van grote bedrijven, die hun voertuigen parkeren aan de rand van de stad. Dat verandert het straatbeeld aanzienlijk.
Sommige ontwikkelingen lijken misschien ver weg. Tegelijkertijd raken ze aan vragen van vandaag en morgen. Zo neemt de wegcapaciteit mogelijk toe, omdat zelfrijdende auto’s dichter op elkaar kunnen rijden. Dat zou dan gunstig zijn voor de files. Maar tegelijkertijd wordt het reizen ook makkelijker, waardoor het aantal ritjes en dus ook de behoefte aan wegcapaciteit juist kan toenemen. Als de deeleconomie een vlucht neemt en mensen ritjes en voertuigen gaan delen, dan zijn er veel minder zelfrijdende auto’s nodig. Deze gaan dan per auto veel meer kilometers maken. In sommige scenario’s verdwijnt het traditionele openbaar vervoer, afgezien van een aantal intercity- en metrolijnen, grotendeels. Auto en openbaar vervoer zijn daar samengesmolten. Vooral in de stad reis je met people movers van deur tot deur.
Naast deze effecten, besteedt het rapport ruim aandacht aan de invloed die zelfrijdende auto’s kunnen hebben op de ruimtelijke inrichting, sociale inclusie, de verkeersveiligheid, leefbaarheid en op de economie.
Geen opmerkingen: